Jacques Martensprijs
Jacobus Alexander Martens, geboren in 1923, woonachtig te Beverwijk, was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet tegen de Duitse bezetting. In 1943 werd hij gearresteerd en op 29 februari 1944 tezamen met 17 anderen gefusilleerd.
Na de bevrijding in 1945 stelde D.E.M. Athletiekvereniging, waarvan Jacques Martens lid is geweest de 'Jacques Martensprijs in. Deze zou elk jaar worden uitgereikt aan een lid van D.E.M. dat zich bijzonder verdienstelijk had gemaakt voor de vereniging. De prijs wordt nog steeds uitgereikt.
Lees hieronder het verhaal van Jacques Martens, met dank aan de Stichting Oranjevrijbuiters.
Wie was Jacobus Martens
Jacobus Alexander Martens, roepnaam Jacques, is geboren op 10 augustus 1923 te Haarlem. Als kind van Christianus Martinus Antonius Martens en Dorothea Petronella Remmé, groeide hij op in de Wetstraat te IJmuiden, gemeente Velsen. Op 11 juli 1933 verhuisde het gezin naar Wijk aan Zee en Duin en op 12 december van datzelfde jaar naar Beverwijk.
Zijn jeugd bracht hij met nog 2 broers grotendeels door in de Zeestraat 37 te Beverwijk, waar zijn vader een ijzerhandel had. Als student bezocht hij de Leerschool aan de Romerkerkweg te Beverwijk en van 1936 t/m 1939 de U.L.O. aan de Kees Delfsweg, eveneens in Beverwijk. In het najaar van 1938 werd hij lid van de Atletiekvereniging Door Eendracht Macht (DEM) Onder leiding van trainer Bart Ronde trainde hij daar o.a. de 1.500 en 3.000 meter. Enkele medeatleten van hem waren: Henk Vessies, Willem en Dirk Kaptein, Harry Spranger, Engel Gaarthuis, Theo Schuijt, Jan Langedijk en Ton Tervoort, allen coryfeeën van vóór en ná 1940. Vrienden karakteriseren Jacques Martens als een "rustige, sportieve en goudeerlijke jongen".
Na zijn schooltijd in 1939 ging hij werken bij de Rijksverzekeringsbank (nu, 2007, Sociale Verzekeringsbank) te Amsterdam. Toen op 10 mei 1940 het Duitse leger Nederland binnenviel, was Jacques Martens bijna 17 jaar. In 1941 of 1942, dit is niet helemaal duidelijk, werd hij opgeroepen voor tewerkstelling in Duitsland, de "Arbeidseinsatz", of voor de "Arbeidsdienst" (Nederlandse jongeren van 18 tot 24 jaar onderrichten in de nationaal-socialistische leer) Ook dit is niet precies bekend. Zeker is, dat hij weigerde hieraan gevolg te geven en hij dook onder. Met enkele Beverwijker vrienden had hij zich eerder op kleine schaal verzet tegen de Duitsers, daarmee duidelijk blijk gevend fel gekant te zijn tegen de Duitse bezetter.
Door een kennis die reeds in het verzet zat, een politieagent in Oostzaan, kwam Jacques Martens in contact met de verzetsgroep de "Oranje Vrijbuiters". Deze verzetsgroep werd door verraad gearresteerd en gevangen gezet in de Scheveninger gevangenis, het "Oranjehotel"
Met het nummer 5359 werd Jacques Martens op 27 augustus 1943 in cel 525 vastgezet. Van hieruit schreef hij ontroerende brieven naar zijn ouders in Beverwijk. Uit die brieven blijkt dat hij ook een paar keer levensmiddelen en bezoek kreeg van het Nederlandse Rode Kruis, waar hij zeer tevreden over was. Maar, hoewel dit wel geprobeerd werd, mocht hij geen bezoek van familie ontvangen.
Op 28 februari 1944 werden 20 "Oranje Vrijbuiters", onder wie Jacques Martens door het "Polizeistandgericht" ter dood veroordeeld en op 29 februari werd met 18 van hen op de Waalsdorpervlakte het vonnis voltrokken. (2 van hen kregen gratie, maar moesten wel toekijken hoe hun kameraden geëxecuteerd werden).
In "Wie was Chris Kerkhof" werd opgetekend dat pater Jac. Schreurs een gedicht aan hem heeft gewijd. In het gedicht "KLEIN NACHTGEBED" van de gedichtenbundel "Eiland der eenzamen", wordt niet alleen Chris Kerkhof weer genoemd, maar komt ook de naam Martens voor.
Met Martens wordt hier ongetwijfeld Jacques Martens bedoeld, die ook gelijktijdig met pater Schreurs in het "Oranjehotel" zat.
KLEIN NACHTGEBED
Wie met mij op dit smal perron belanden:
Waarheen zijn zij vertrokken: welken prijs
Betaalden zij: was het hun laatste reis?
Zoo neem, o God, hun geest in Uwe handen !
Waar bleef de Fries Chris Kerkhof, waar Frans Tempel,
De musicus; waar Martens de student ?
Hun wegen, Heer, zijn U alleen bekend !
Doch stel hun dood én leven ten exempel:
Dat wij het vuige dreigement niet vreezen,
't Verraad verachten, lafheid in den strijd
Ontwijk'en, 't goddeloos geweldten spijt,
Kracht putten uit den martelgang van dezen